Ergens halverwege de 20e eeuw is onderstaand volkslied geïntroduceerd, mogelijk door een plaatselijke "schoolmeester" geschreven ter ondersteuning van de saamhorigheidsgevoelens van de Vollenhover bevolking - met name na de aanleg van de Noordoostpolder en het verdwijnen van de visserij. Sindsdien zijn er hier en daar varianten ontstaan en zijn er minstens drie pogingen gedaan om een volledig ander lied als volkslied te introduceren: bij de herdenking van 600 jaar stad (tekst van Wim van Heerde (1912-1997)), en bij de viering van 650 jaar stadsrechten (door straattheatergroep Sjeu, met als titel: ik ben een Venose). Hieronder de tekst van het enige echte Venose volkslied, zoals het o.a. ten gehore wordt gebracht door het Vollenhoofs Visserskoor en luidkeels wordt meegezongen op menige bruiloft en uiteraard aan het slot van het enige echte Venose Feest.

’t Akkertien op de Voorst

(melodie: Waar in 't bronsgroen eikenhout, het Limburgs volkslied)

Waar aan 't strand van 't IJsselmeer
Vollenhove ligt
Waar zo menig visserman
Hoopvol 't anker licht
Waar de Voorst zo prachtig blinkt
aan de waterkant
2x: 
Doar is mien Va zien laand 
't Akkertien op de Voorst

Vollenhove, prachtig land
Aan de waterkant.
Met je grasland en je bouw
Waar ‘k zoveel van hou.
Met je bossen en je zee
Je geschiedenis.
2x:
Doar is mien Va zien land
Dat mij dierbaar is.

Maar waar eens de zee bestond
Is nu polderland.
't Bracht voor velen in Veno
Weer een nieuwe kans.
Vollenhove slaapt niet in
Aan de polderrand,
2x:
Maar blijft als steeds paraat
Aan de polderrand

Voor de viering van 650 jaar stad Vollenhove is door de componist Harm Evers uit Assen een mars geschreven. De mars is een variatie op bovenstaand Vollenhovens volkslied. Deze mars, met de titel Vollenhove-Stad werd voor het eerst gespeeld door Vollenhoofsch Fanfare bij de feestelijke intocht van de lopers die de stadsrechten opnieuw van Utrecht naar Vollenhove haalden, precies 650 jaar na het verlenen daarvan.