detail van de kaart van Blaeu uit 1649, met de Eckelenboom op de hoek van Bentstraat en BisschopstraatHet huis de Eckelenboom, eertijds ook wel 'Wittenhuis' genoemd, staat op de hoek van de Bentstraat en Bisschopstraat. Het imposante huis, geheel in wit pleisterwerk, heeft een interessante bouwgeschiedenis. Het oudste deel dateert uit de vijftiende eeuw, zoals ook aan het metselwerk aan de zuidgevel is te zien. De Eckelenboom is daarmee een van de oudste huizen in Vollenhove. Omstreeks 1530 - 1540 werd het in zuidelijke richting uitgebreid door de aanbouw van een nieuwe vleugel. Daarbij kwam de oorspronkelijke topgevel aan de oostkant te vervallen. Op de stadsplattegrond van Blaeu wordt de zuidelijke vleugel evenwel niet aangegeven. Later, mogelijk in de zeventiende eeuw, werd het huis in westelijke richting verlengd tot aan de Bentstraat. Ook deze uitbreiding is niet op de kaart van Blaeu te vinden. 

de Eckelenboom, een van de oudste huizen van Vollenhove, onderdeel van MarxveldBij het huwelijk in 1613 van Ida Hagen van Hagensdorp (1592-1621) met Ernst Witte, heer van Wittenstein en Oosterwolde (1587-1643) was Ida door haar ouders het 'huys en hof toe Vollenhove op de hoek van de Bisschopstrate' meegegeven. 
Via hun dochter Ida, die in 1647 was gehuwd met Wolter van Brienen (1615-1669), heer van Byssel, zou het huis terechtkomen bij Johan Ernst van Brienen. Deze slaagde er niet in zijn vermeende havezaatsrechten overtuigend aan te tonen, zo bleek uit stukken over een proces tussen hem en de edelen ('jonkers') van Vollenhove in de jaren 1676 - 1689. De Staten konden hem derhalve geen toestemming geven zich van de Eckelenboom te laten verschrijven. 

Via het huwelijk van Ida Elisabeth van Brienen tot Bijssel (ca. 1640-1699), kleindochter van Ida Hagen, kwam Eckelenboom in de familie Van Haersolte. Verschillende leden van dit geslacht bewoonden het huis. 
In 1748 werd dit bewoond door burgemeester Lucas Engelenburgh en vrouw Berendina Morre en gezin, zij huurden het. 

Bij acte van 27 januari 1777 verklaarden Freule F. E. Baronesse van Haersolte tot Bijssel, Vrouwe Gerharda Johanna gravin van Rechteren geboren baronesse van Blankvoort tot Benthuis (1751-1782) [haar ouders, uit Kampen, waren de bezitters van Benthuis], F. J. W. R. Baron van Heeckeren, heer van Overlaar en echtgenote vrouwe S. G. F. Baronesse van Heeckeren geboren Gravin van Rechteren tot het Laar en Christiaan  Albracht Graaf van Rechteren, heer tot Borgbeuningen [zijn moeder was Johanna van Haersolte, kleindochter van Ida Elisabeth van Brienen, geb. 1723], verkocht te hebben aan de landrentmeester C. W. Baron Sloet van Marxveld een huis en hof (van ouds genaamd den Eckelboom), hoek Bisschopstraat - Bentstraat, ten oosten het adellijk huis en havezate Marxveld, strekkende van de Bisschopstraat tot de Groenestraat, belast met een jaarlijkse uitgang van 28 st. aan de geestelijkheid. 

In 1777 kocht Coenraad Willem Sloet (1725-?) de Eckelenboom van deze erfgenamen van Van Haersolte voor 720 gulden. In 1779 deed hij het echter alweer van de hand aan zijn schoonzuster Frederika Margaretha Sloet (voor 1726-1804), weduwe van oudste broer Boldewijn Coenraads Sloet tot Lindenhorst (1716-1758). Zij moest er toen ruim twee maal zoveel voor betalen: 1500 gulden. Mogelijk had Coenraad het huis in de tussentijd laten opknappen. De nieuwe eigenaresse ging het huis niet zelf bewonen maar droeg het direct na de aankoop, op 11 oktober 1779 over aan haar jongste zoon Reijnd Wolter Sloet (1755-?).

de achterkant van de Eckelenboom met de later aangebouwde zuidvleugel, vanuit de tuin van Marveld (bij het voorplein)In de vergadering van de Volle Stoel van 22 juli 1790 werd de rentmeester der Geestelijkheid Engelenburg gemachtigd de uitgangen uit Lindenhorst en 'den Ekkelenboom' te verkopen aan Mevrouw van Lindenhorst.

Reint Wolter Sloet verkocht Eckelenboom in 1805 aan Harm van Smirren (1764-1827), de logementhouder en diens echtgenote (ze trouwden in 1808). Onbekend is hoe lang zij er hebben gewoond. Hun logement hadden ze in de Voorstad (buiten de Landpoort), de huidige 'witte villa' aan de Voorpoort (bakkerij, kapsalon, schoonheidssalon).

In 1832 was Albert Drok (1796-1846) de eigenaar. Hij was winkelier, afkomstig van het ambt, zijn zoon was schilder Koop Drok. Hij was in 1825 getrouwd, in 1835 nogmaals. Het huis had nog een grote tuin, de kavel was 1960 m2 groot en liep tot aan de Groenestraat.

In 1841 werd het verkocht aan burgemeester (van 1841-1845) mr. W.J.C.P. Cramer (1815-1890). Die verkocht het in 1848 aan landbouwer Arnoldus Hendrik Ekker, die het in 1854 verkocht aan E.L.A. de Wael uit Zwolle (1785-1859), in 1820 getrouwd met de Vollenhoofse baronesse Anna Maria van Middachten (1789-1859). Ze woonden in Zwolle. In 1859 werd het geërfd door tweede zoon A.F. Vos de Wael uit Deventer, die een bekend politicus werd.

Om zijn bezitting Marxveld, die hij in 1857 had gekocht meer allure te geven kocht baron Gerard Sloet van Oldruitenborgh (1831-1911) in 1859 het huis 'de Eckelenboom' met achtergelegen tuin, ten westen van Marxveld, van de familie De Vos de Wael erbij. Zo werd het goed opnieuw met Marxveld verenigd. 

A. J. ten Cate, burgemeester van Vollenhove van 1859 - 1885, heeft ook in Eckelenboom gewoond.

In het laatste deel van de 19e eeuw waren er veel internationale contacten vanwege de stroopfabriek die Gerard Sloet tegenover Marxveld in 1869 had opgericht. Men onderhield contact met o.a. Frankrijk, Duitsland en Engeland. Om correspondentie te kunnen voeren gebruikte men de telegraaf. De berichten werden opgehaald en bezorgd door de bode van het openbare telegraafkantoor te Blokzijl (vandaar liep een lijn naar Lemmer, en dan naar Noord-Holland). Eenmaal per dag deed deze Vollenhove aan. Gerard verzocht de directeur van de telegrafie om ook een kantoor in Vollenhove te openen. Er werd echter beschikt, dat men één telefoon voor openbaar gebruik kon krijgen. Daar men weinig feducie had in een dergelijk apparaat zag men weinig in het voorstel. Men was niet gewend te bellen en nog minder om gebeld te worden. Er werd daarom een particulier telegrafiekantoor opgericht in Eckelenboom. De daar werkzame telegrafist ontving zijn opleiding bij de Nederlandse Spoorwegen in Zwolle. Er was een speciale concessie voor een telegraaflijn Blokzijl-Vollenhove, die echter in 1908 werd ingetrokken. De functie werd overgenomen door een nieuw hulppost- en telegraafkantoor in de Kerkstraat.

Eckelenboom werd vervolgens bewoond door personeel van de baron. Links woonde Albert Scheer (1852-1933), de broer van de stadsomroeper, met 11 kinderen. Hij was kuiper in tilvoorde, en soms ook huisknecht bij bijzondere gelegenheden. Rechts, met de ingang aan de Bentstraat, woonde Willem van Keulen, de tuinman van de baron. 

In de 20e eeuw, met name toen Marxveld vanaf 1917-1941 in feite niet meer werd bewoond, raakte Eckelenboom steeds verder in verval.
In de jaren 1970 stond het op de nominatie om gesloopt te worden, om zo ruim baan te maken voor een ontsluitingsweg naar de haven. De gebouwen tegenover het pand waren hiervoor al gesloopt. De gemeente probeerde over aankoop te onderhandelen, maar dat lukte niet erg: de familie wilde absoluut niet verkopen. Uiteindelijk gingen de plannen niet door, omdat er dan ook (monumentale) panden aan de Kerkstraat moesten verdwijnen.

In 1982 besloot de eigenaar, ir. Jan Willem Gerard Sloet van Oldruitenborgh, het monumentale complex rond Marxveld, waaronder de Eckelenboom toch te verkopen aan de gemeente Brederwiede.
Voor Marxveld en de Eckelenboom werd door de Friese architect Gunnar Daan de mogelijkheid onderzocht om er woningen in onder te brengen. Voor de Eckelenboom vonden deze plannen doorgang.
In 1984 werd door de onthulling van een fraaie herdenkingssteen met de tekst: 'TEMPORA SUSTE NEAT' (heeft de tijd doorstaan) de verbouwing van de Eckelenboom tot drie woningen feestelijk afgesloten.